Is het soms asociaal om te helpen Daar dacht mijn gesprekspartner anders over. Die ging het reduceren tot kleinere proporties. Hoewel ik daardoor geïrriteerd raakte, maakte het mij ook nieuwsgierig. Dus vroeg ik: “Wat maak dat je de behoefte hebt om het voor mij te relativeren?”. Zij antwoordde: “Door jouw geklaag, voel ik mij ongemakkelijk. Dan heb ik het gevoel dat ik er iets mee moet doen”. Waarna ik concludeerde: “Dus je wilt mij helpen om je eigen ongemak op te lossen… Dat is eigenlijk best asociaal.” Die reactie was niet bepaald bevorderlijk voor de sfeer, ook al had ik daar zeker een punt. Dat doen we in het onderwijs ook Dat we anderen gaan helpen om ons eigen ongemak op te lossen, dat herkennen we ook zeker in het onderwijs. We voelen ons verantwoordelijk voor de kinderen, de collega’s en de school. Als er dan problemen zijn, dan voelt dat vanuit onze betrokkenheid ongemakkelijk. We willen helemaal niet dat de ander zaken als vervelend ervaart. Vaak schieten we dan in een de oplossingsstand. Dan reageren we vanuit een reparatiereflex en gaan we redderen. Wat leidt tot drama en gedoe Vanuit deze redderrol lopen wij het risico om de dramadriehoek op gang te brengen. Door het voor de ander op te gaan lossen, versterken we gevoelens van machteloosheid en incompetentie bij de ander. Daarmee vergroten we juist het ongemak. Omdat we voor de ander denken, gaan we daarnaast gemakkelijk voorbij aan het daadwerkelijke verlangen van de ander. Deze is dan helemaal niet blij met hoe je het aanpakt en je krijgt de schuld dat je het alleen maar erger maakt. ‘Schuld’ is de emotie binnen de categorie ‘gevoelens van ongemak’ die de turbo op dit proces zet. Want als we het idee hebben dat we iets fout hebben gedaan, willen we dat heel graag herstellen. Dan kunnen we in de overdrive gaan en daar komen doorgaans ongelukken van. Dan ben je nog verder van huis. Mensen hebben recht op hun eigen ongemak Dat het ongemak van de ander, onszelf ongemakkelijk laat voelen, is aan de ene kant heel logisch. Mensen hebben de neiging om elkaar te spiegelen in relaties. Aan de andere kant weten we nu dat het overnemen van dit ongemak het alleen maar erger maakt. Als we het laten waar het hoort, namelijk bij de ander, dan mag het er gewoon zijn. Dan is het voor iedereen veel beter te hanteren. Daarnaast heeft iedereen ook recht op zijn eigen problemen en de ruimte om die zelf op te lossen. Het voordeel van problemen is namelijk dat het uitgelezen kansen zijn om te laten zien dat je competent bent en dat je wat in huis hebt. Gun de ander die kansen. Bovendien is ongemak niet per se een negatieve emotie. Het is zelfs heel nuttig. Het maakt verlangens helder en zorgt voor beweging. Als je het zo bekijkt heb je er ook minder last van Door op die manier anders naar ongemak te kijken, kan je het veel makkelijker bij de ander laten. Het werkt ook beter als je onderkent dat de ander autonoom is. Deze beslist zelf wel wat die met de situatie gaat doen. De ander waardeert je betrokkenheid volkomen als je het verhaal aanhoort en erkenning geeft voor de situatie door terug te geven wat er dwars zit. Bijvoorbeeld: “Je baalt ervan.” “Je vindt het niet eerlijk.” “Je voelt je niet serieus genomen.” Als je dat volhoudt en soms zelfs versterkt, heb je zelfs kans dat de ander de situatie zelf gaat relativeren. “Zo waardeloos was het nu ook weer niet…” Mocht je uiteindelijk toch nog ergens de behoefte hebben om te helpen, dan lukt dat het best met de vraag: “Wat zou je nu willen?” Dan hoor je vanzelf wel of iemand behoefte heeft aan een oplossing, of gewoon zijn verhaal kwijt wilde.
|