Het was een triest beeld. Eén proefveld van de PPS Integrale aanpak gewasbescherming voor de akkerbouw op zand in Vredepeel was op 1 september zwaar aangetast door Alternaria. Het ging om de Phytophthora-resistente aardappel Muse, die niet tegen deze aardappelziekte was gespoten. Ook het ras Fontane, dat wel tegen Phytophthora gespoten werd, had behoorlijk te lijden onder de schimmelziekte Alternaria.

In de nieuwsbrief van Akkerbouw op Zand legt onderzoeker Bert Evenhuis uit waarom: “Op deze proefvelden hanteren we de strategie BEST. Daarbij gebruiken we geen mancozeb en geen middelen van de zogenaamde ‘Candidates For Substitution’-lijst. Dat betekent dat wij nauwelijks bestrijdingsmogelijkheden hebben. We onderzoeken nu andere vormen van ziektebeheersing.”

De PPS Integrale aanpak gewasbescherming voor de akkerbouw op zand in Vredepeel doet ook onderzoek naar het effect van groenbemesters op ziekten en plagen. Op de foto van 2 september zijn de stroken goed te zien, waar onderzoekers gele mosterd, luzerne, Japanse haver, bladkool, bladrammenas en twee mengsels van groenbemesters testen.

 “We kijken met name naar het effect van deze groenbemesters op onder andere het aaltje Trichodorus similis en de besmetting met Verticillium dahliae”, vertellen onderzoekers Marie Wesselink en Johnny Visser van Wageningen University & Research (WUR).

Na het inwerken van de groenbemester wordt op deze veldjes aardappel als toetsgewas geteeld, meldt de nieuwsbrief van Akkerbouw op Zand.

Eén van de deelprojecten van de PPS Klimaatadaptatie Open Teelten onderzocht afgelopen zomer de beregening van zetmeelaardappelen.

In de praktijk sterven aardappelen na beregening nogal eens versneld af. Dat doet de meeropbrengst door beregenen teniet. Welke invloed heeft de waterkwaliteit hierop? Hoe kunnen we met ondersteuning van vochtsensoren zo effectief en zuinig mogelijk beregenen?

Bert Huizinga, onderzoeker van Delphy legt in een filmpje uit hoe de proef in het Drentse Eerste Exloërmond is uitgevoerd. De eerste resultaten worden in november verwacht.

Verschillende akkerbouwers zijn nu bezig met inunderen. Het is een effectieve, biologische manier om ziekteverwekkende aaltjes te bestrijden, zoals de aaltjes Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax.

Wat is belangrijk na inundatie? In een filmpje geven akkerbouwer Frans van Dam en aaltjesdeskundige Leendert Molendijk van WUR zes nuttige tips.

Het is een van de negen filmpjes over dit onderwerp. Deze liet BO Akkerbouw ontwikkelen in het kader van het Plan van Aanpak Meloidogyne. Ze zijn te vinden op het Youtube-kanaal van BO Akkerbouw.

Voor akkerbouwers in de Veenkoloniën kan het rendabel zijn om de groenbemester Tagetes patula - afrikaantjes - op te nemen in het bouwplan. Dat is het geval als zij veel last hebben van wortellesieaaltjes P. penetrans (meer dan 300 per 100 ml grond) en kunnen zaaien voor half augustus. Dat blijkt uit de proeven die WUR Open Teelten vanaf 2016 in Valthermond uitvoerde, mede gefinancierd door BO Akkerbouw.

Tagetes is namelijk een actieve bestrijder van P. penetrans. Aaltjesonderzoeker Johnny Visser: “Vooral in de eerste proef werd de wortellesieaaltje sterk terugdrongen. Daar profiteerden de aardappelteelten erna van.” Meer weten? Mail dan naar johnny.visser@wur.nl

Zes akkerbouwbedrijven uit Noord-Holland deden afgelopen zomer mee aan een proef met functionele agrobiodiversiteit (FAB+). BO Akkerbouw levert daar een bijdrage aan. Doel is te onderzoeken of bloemenranden natuurlijke vijanden van trips en luis aantrekken.

Op 17 september deelden Bas Allema en Hilfred Huiting van Wageningen UR de resultaten. In de aardappelteelt was de luizendruk zo laag, dat er geen verschil was tussen spuiten of bloemenranden. Ook in de uienteelt was het resultaat niet eenduidig. De PPS FAB+ gaat de komende twee jaar verder met dit onderzoek. LTO Noord schreef er een bericht over.

Er is een nieuwe milieu-indicator voor gewasbeschermingsmiddelen in de maak. WUR, het Centrum van Landbouw en Milieu en Natuur en Milieu werken er samen aan. Ook LTO Nederland en BO Akkerbouw zijn erbij betrokken.

Met deze milieu-indicator kunnen akkerbouwers de milieu-impact van hun middelengebruik berekenen. Dat gaat onder meer over effecten op bodemleven, waterkwaliteit, vogels en zoogdieren. Akkerbouwers die interesse hebben om deze milieu-indicator te testen, kunnen zich melden bij Edwin de Jongh, dejongh@bo-akkerbouw.nl.

Akkerbouwers die interesse hebben in uienonderzoek, kunnen zich melden bij Uireka. Chris de Visser van Wageningen Plant Research: “Niet elk aspect en detail van onderzoek laat zich in rapporten vastleggen. Uireka biedt de mogelijkheid de interactie met akkerbouwer aan te gaan over de praktische vertaalslag.”

“Denk aan een maatwerkpresentatie op uw bedrijfs- of vakbijeenkomst of studieclubavond aankomend winterseizoen. Als de coronamaatregelen daarom vragen, doen we dat in aangepaste vorm.” Mail dan naar Chris de Visser, chris.devisser@wur.nl.

Studenten van de agrarische hogescholen maken samen met adviseurs van Van Iperen, Agrifirm en HLB een Bodemkwaliteitsplan (BKP) voor een aantal telers. Het doel is om te toetsen of zo’n plan aansluit bij de vragen van de telers. En of de drie leveranciers markt zien voor zo’n adviesproduct.

De kracht van het BKP - zie ook dit filmpje - is dat adviseurs een perceel integraal doorlichten en zij praktisch advies geven over welke maatregelen een perceel op korte en lange termijn in topconditie brengen. In het voorjaar van 2021 moet duidelijk zijn of zo’n BKP waarde heeft. Dit project is een samenwerking tussen de Stichting Innovatie Alliantie en de PPS Beter Bodembeheer. BO Akkerbouw is de grootste private financier van het BKP.

De Nederlandse Ambassade in Berlijn organiseert een reeks Web Talks over landbouwbodems. Tijdens de Web Talk op 26 oktober laten onderzoekers zien hoe zij de bodemkwaliteit meten in Duitsland en Nederland.

WUR-onderzoeker Janjo de Haan licht dan ‘Bodemindicatoren voor Landbouwgronden in Nederland’ (BLN) toe. De BLN is gebaseerd op kennis uit de PPS Beter Bodembeheer.

Op 30 november volgt een Web Talk met ervaringen uit het bedrijfsleven. Interesse? Aanmelden kan op de site van Beter Bodembeheer.