April zintuig is het IK-zintuig. Het Ik-zintuig is het laatste zintuig in de beschrijving van Soesman en Steiner. Ik volg hier daarentegen het jaarritme en maak daarom nu de overstap vanuit de smaak/voelen/ vissen, naar het Ik-zintuig/denken/ram. Deze sprong is wel groot, omdat we nu terecht komen bij een zintuig dat gericht is op de ander. Dankzij het ik-zintuig kan je waarnemen dat er een ander is en wat die waard is. Als je iemand hoort praten, hoor je behalve de woorden ook of iemand het meent en wat de bedoeling van die persoon is. Dit neem je waar met je Ik-zintuig. Realiseer je maar: twee mensen zeggen hetzelfde, maar van de een geloof je het en van de ander niet. We kunnen ervaren of iemand achter haar of zijn woorden staat. Of het iemand is waar we ons met een gerust hart door kunnen laten leiden of dat het iemand is die ons aan het verleiden is (Soesman, blz. 205). Vaak is het zo dat je bij een negatieve situatie je zintuigen juist goed kan opmerken. Zo ook bij het IK-zintuig: bij menigsverschillen merk je onmiddelijk dat er echt een andere “ik” is, die je kwaad maakt. Als je de andere ik niet zou kunnen waarnemen, dan zou je ook niet boos worden. Dankzij de tastzin (hoort bij oktober) kun je jezelf waarnemen in je lichaam. Je maakt je eigen pantser, ommuurt jezelf. Dat heb je eerst nodig om daarna naar buiten te kunnen om de andere ik waar te nemen. Met de tastzin scheid je jezelf af en met de ik-zin vang je een glimp op van de ander, haar of zijn kern, die losstaat van tijd, geslacht, uiterlijk, intelligentie, geloof, ras of volk. Zo golft het steeds op en neer. Ook tussen antipathie en sympathie, openstellen en afsluiten. Dankzij dit zintuig heb je contact met de ander en kun je al dan niet vertrouwen krijgen in degene waarmee je in contact bent. De ram is als dierenriem de kwaliteit van het stoten tegen de ander zonder zichzelf te verliezen. Zorg ervoor dat je je niet helemaal door de ander laat overnemen of de andere helemaal overneemt. Dankzij het weer terug naar binnen gaan bewaar je je eigenheid, die nodig is om bij jezelf te blijven (Soesman,2018, blz. 204 e.v.) En nu jij: Hoe doe jij dat waarnenemen wie de ander is? Kan je goed peilen wat de waarde is van wat er gezegd wordt? Neem je initiatief om bij de ander “een kijkje" te gaan nemen”? Breng je het op je ook weer terug te trekken en bij jezelf te blijven? |