Zintuig van maand mei is gedachtezin. Met het zintuig gedachtezin ben je in staat begrippen te leren kennen. Je kunt alleen waarnemen (zien, horen, tasten) wat je als begrip al kent. Wat je nog niet kent neem je niet waar (Schoorel, 2020, blz. 173). Om een nieuw begrip te leren kennen ga je er met je gedachtezintuig naar toe, ontmoet het. Als je merkt dat het werkelijkheid is, ben je een ander geworden door de ontmoeting met het begrip (Schoorel, 2020, 174). Woorden kunnen begrippen heel lastig omschrijven. Eigenlijk zijn woorden alleen richtingwijzers dat er een begrip is (Soesman, 2018, blz. 197). Met woorden kun je nooit precies omschrijven wat je bedoelt. Je hebt ergens een voorstelling van, een idee over. Dat idee leeft niet in de taal, maar je hebt taal nodig om het aan iemand anders uit te leggen. Een idee is eigenlijk taalloos en niet uitspreekbaar. Je kiest een taal om iets in uit te drukken. En soms lukt het niet in de ene taal en dan lukt het wel in een andere taal. Bijvoorbeeld het begrip gezellig kennen veel andere talen niet. En überhaupt in een voorbeeld van een Duits woord dat we niet in het Nederlands kennen.
Eigenlijk kun je iemand het beste verstaan als je ook met je gedachtezin niet zozeer luistert naar de woorden maar zoekt naar het idee, dat iemand probeert te omschrijven. Uitwissen wat de woorden zijn en zoeken in de stille ruimte achter de woorden, boven de taal, opstijgen naar de ideeënwereld achter de taal. Waar talen niet meer belangrijk zijn, waar alleen de begrippen leven (Soesman, 2018, blz. 199, 200). De gedachtezin is de tegenhanger van de levenszin. Met de levenszin voel je jezelf, je lichaam en kun je waarnemen hoe het met jezelf gaat. Wanneer je daar druk mee bent, is het lastig om mee te gaan in een verhaal van iemand anders. Om een idee te pakken te krijgen dat iemand anders beschrijft dan gaat dat beter als je stil bent en in jezelf ruimte maakt om te luisteren. Als dat lukt kan je zelfs zonder woorden begrijpen wat een ander bedoelt. Wanneer je je eigen lichaam niet goed hebt leren kennen, toen je jong was, blijft het lastig om goed te luisteren naar een ander. Dan blijft je eigen binnenwereld met jezelf bezig en kan je dat niet stopzetten, kan je moeilijk mee resoneren met de ander (Schoorel, 2020, blz. 174). Waar het helemaal stil is, in de ideeënwereld, boven de talen, daar zijn mensen met elkaar verbonden. Daar vindt je iets dat mensen met elkaar verbindt, namelijk wat in voorstellingen leeft. Om daar te komen, om waarheid te ervaren, is het nodig om geestelijke strijd gevoerd te hebben. Steiner omschrijft wijsheid als gekristalliseerde smart (in Soesman, 2018, blz. 199). Wanneer je moeite doet om iets te bereiken of juist om iets te laten ontwikkelen, dan versterk je je levenszin. Zo leer je om pijn te voelen en teleurstelling te overwinnen. En pas als dat gelukt is, kun je je levenszin juist ook weer het zwijgen opleggen om je te verdiepen in de ander. Als je jezelf via je levenszin niet hebt leren kennen, kun je de ander ook niet leren kennen en kun je je moeilijker verbinden met de ideeënwereld die univeseel is, die boven alle verschillen in ras, cultuur, achtergrond, geslacht uitstijgt (Soesman,2018, blz. 200). Het idee van waarheid als gekristalliseerde smart, heb ik eerder leren kennen als post-traumatic growth (Calhoun & Tedeschi, 2006). Door wat er overwonnen is, is er ook iets versterkt. Zo kan je je gedachte- of voorstellingszin ontwikkelen, door wat je hebt meegemaakt kan je je makkelijker inleven in andere mensen. De stier-natuur die hoort bij dit zintuig offert zich graag op en is heel goed in staat zich in andere mensen in te leven. Vandaar dat de kwaliteit van “verstaan” bij deze maand past. En nu jij: Hoe is het met jouw kwaliteit om andere mensen te verstaan? Kan je in de stille wereld achter de woorden komen om te vatten wat er wordt bedoeld? Kan je jezelf even uit zetten, zodat je de ander kan horen? Kan je in jezelf ruimte maken om je een voorstelling te kunnen maken van wat iemand anders wil zeggen?
|