Je kunt je vermogen ontwikkel om zó te luisteren dat je weet: dit slaat op mij, ik heb er wat mee te maken, het doet me wat. Zo wordt je vermogen geboren om inspiraties te herkennen en te ontvangen. Het zintuig taalzin helpt je je eigen plaats, spritueel gezien, te gaan waarnemen. En dan ook om te weten wat je moet doen om deze plaats waardig te zijn. Toen ik dit las, bracht het bij mij een zucht te weeg: als dat toch eens waar zou zijn, dat je kan waarnemen wat je plek is en wat je op die plek te doen hebt. Veel mensen zie ik worstelen met het vinden van hun plek of rol en zelf ervaar ik het ook regelmatig als een zoektocht. Maar de auteurs die ik over de taalzin heb gelezen zijn er optimistisch over: het zou moeten kunnen dat we dit zintuig zo gaan gebruiken dat het duidelijker wordt waar we het beste kunnen zijn en wat we daar te doen hebben. Met de taalzin kunnen we verwoorden wat we ervaren. Emoties en begrippen uitdrukken in taal. Als je iemand hoort spreken dan kun je soms al eerder verwoorden wat zij of hij bedoelt dan de spreker zelf. En als spreker weet je vaak wel wat je bedoelt maar zoek je naar woorden om het uit te drukken. Je probeert zo de onhoorbare wereld hoorbaar te maken en dat kan een lastig zijn. Het is een handeling, een scheppende daad, om een idee uit te drukken en hoorbaar te maken (Soesman, 203). Taalzin is de tegenhanger van de zelfbewegingszin. Zelfbewegingszin is het vermogen onze eigen bewegingen waar te nemen. Door de zelfbewegingszin kun je met je lichaam emoties uitdrukken. Denk aan emoties als verbazing, schrik, angst, vreugde, vragend, bevelend, knipoog. En zo is wenkbrauw eigenlijk een heel mooi woord voor alle “wenken” die we daarmee kunnen geven (Soesman, blz. 196). In de taal druk je je emoties vooral uit in de klinkers. Daar leg je je gevoel in. Terwijl de medeklinkers meer de constanten zijn, het skelet van de taal. Wanneer je een taal hoort met veel consonanten (medeklinkers), zoals het Tsjechisch, dan hoor je een andere structuur, wezenlijk anders dan wanneer je een taal hoort, zoals Frans, met veel vocalen/klinkers. In een dialect/taal blijven de medeklinkers constant en de klinkers veranderen (Boom/Baum, Hond/Hund, Sterk, Stark). De taal waarmee je opgegroeid heeft veel invloed op hoe je wordt als persoon (Soesman, blz. 196).
En nu jij: - Hoe doe jij dat, je ervaringen in woorden uitdrukken? - Hoe gebruik je taal om je emoties uit te drukken? - Lukt je om waar te nemen wat je plaats is en wat je daar te doen hebt? |